Via mijn telefoon werd ik de afgelopen weken bijna dagelijks herinnerd aan onze rootsreis, deze zomer vijf jaar geleden. Drie weken reisden we door Wens geboorteland waar we – alweer veertien jaar geleden – bij elkaar kwamen. De mooie foto’s en verhalen die ik kreeg voorgeschoteld deden me terugverlangen naar het heerlijke eten, de vriendelijke mensen en de bergstadjes. Ik bladerde door Liefs uit China om weer even daar te zijn. Hieronder deel ik een compilatie van ons reisverhaal, dus als je zin hebt om even mee te reizen …
Beijing
Een piloot van KLM Royal Dutch Airlines vloog ons op 15 juli 2019 in iets minder dan negen en een half uur naar Beijing. Terug naar de schuifelende mensenmassa, de glimmende tegels en de ‘nǐ hǎo’s’. Terug naar Wens geboorteland waar we deze keer zelfstandig doorheen zouden reizen.
Met rolkoffers en backpacks op onze rug liepen we naar het station van de Airport Express. Een klein halfuurtje later stapten we over op de metro die ons naar het centrum van Beijing bracht. Ondertussen waren we al drie keer op de foto gezet, meestal door Chinezen die geen woord Engels spraken. De metrolijnen stonden keurig in het Engels aangegeven. Zo ingewikkeld was het reizen hier dus niet.
Vanaf het metrostation liepen we midden in Beijing door de smalle straten van een hutong. We gluurden in de stegen waar ik een meisje op de grond zag zitten, ze speelde met een pan. Langs de weg stonden houten kasten waarin bakjes stonden met bieslook en rozemarijn. De zoete geur van zomer en de Chineessprekende mensen herinnerden ons aan 2010, alsof we thuiskwamen.
De Chinese Muur was nog net zo indrukwekkend als negen jaar eerder en in de Verboden Stad waren we nog altijd een bezienswaardigheid tussen heel veel mensen. Nieuw was ons uitstapje naar het Olympisch Park en het indrukwekkende ‘vogelnest’ – het Nationale Stadion. Ook deden we een poging de Chinese turnploeg te bezoeken, al kwamen we terecht in een mini-gymzaal waar de les volgens onze gids helaas al voorbij was, maar waar we daarna wel tussen honderden studenten een Chinese lunch aten. Na vijf dagen wilden we helemaal nog niet weg en sloop de liefde voor Beijing steeds verder naar binnen; de geuren op straat, versierde gebouwen en vriendelijk groetende mensen. We waren van de stad gaan houden.
Kunming
Op Kunming Airport liep Wen ineens rechterop. Er stond een zachte glimlach op zijn gezicht en hij keek alert en geïnteresseerd om zich heen. Ik vroeg me af of zijn veranderde blik en lichaamshouding te maken hadden met een gevoel van thuiskomen.
We liepen rustig naar buiten waar we bij de taxistandplaats opgewekt welkom werden geheten. Op mijn telefoon opende ik de screenshot van de boekingsbevestiging van ons hotel. Ik liet het aan een taxichauffeur zien en legde in het Engels uit waar we naartoe wilden. De chauffeur knikte driftig en riep er een andere chauffeur bij. Samen keken ze naar mijn telefoon. ‘Ik was even vergeten dat ze hier geen Engels spreken,’ zei ik tegen Yke. Hij lachte en stapte met onze dochters in een taxi. Wen en ik stapten in de taxi die daarachter stond. Mijn enige wens was dat beide taxi’s op hetzelfde adres aankwamen in deze miljoenenstad.
We verlieten het vliegveld en reden over een bijna verlaten snelweg. In de schemering zag ik in de verte het centrum van Kunming. De verlichte hoge gebouwen namen mij mee terug naar 2010, naar het moment dat ik het gevoel had in een speelfilm terecht te zijn gekomen. Nu was het vooral Wen die met grote ogen om zich heen keek.
Deze keer verbleven we in National Villages, een wijk van Kunming zo’n tien kilometer buiten het centrum. Het feeërieke dorpje dat we binnenliepen leek op een kampong. Ons hotel bleek omringd met gebouwen die waren afgewerkt met veel hout en werden verlicht door rode lampions die aan de gevels hingen. Er stonden grote, groene planten in potten tussen de winkels en restaurants. Via lichtgrijze stenen trappen – de versierde leuningen waren kunstwerken op zich – liepen we van hoger- in lagergelegen delen.
In Kunming bezochten we het kindertehuis waar Wen gewoond had, het werd het hoogtepunt van onze reis. Of was dat toch het bezoek aan zijn pleegouders, of de familie die hem destijds gevonden had en zich over hem had bekommerd? Ze ontvingen ons als waren we familie en het voelde er zo vertrouwd. Eigenlijk regen de hoogtepunten zich hier dagen achterelkaar aaneen. De stad zelf werkte daar gulzig aan mee: het levendige Green Lake Park waar nog altijd muziek werd gemaakt en gedanst op de kades, de vijver vol lotusbloemen onder de treurwilgen en het eten … o dat eten.
Zelfstandig reizen
Met enige weemoed verlieten we een week later voor de tweede keer Wens geboortegrond. Onder een strakblauwe lucht liepen we op het futuristische Kunming railway station af waar we vooral zélf onze aangeschafte e-tickets voor de hogesnelheidstrein naar Dali wilden inwisselen voor geldige treinkaartjes, want hé, dat is pas avontuur.
‘Succes,’ zei Nynke Mirte met een ironisch lachje toen we na wat rondvragen en meerdere ruimtes afzoeken een hal inliepen waar vierentwintig balies open waren en waarboven rode Chinese letters over schermen rolden. Eeh … Ja, het was even stressen maar onbetaalbaar toen we na een tijdje de juiste tickets in handen hadden. Even later gleden we met zo’n tweehonderd kilometer per uur over het spoor door het bergachtige landschap van Yunnan, steeds verder weg van Kunming.
Dali
‘Dali is toch wel mijn favoriet van deze reis,’ blikte ik later terug. Ons appartement lag aan het Erhai meer, waar we voor het eerst deze reis het zomervakantiegevoel ervoeren. We liepen langs de traditionele huizen van de Bai minderheid; witgepleisterd met lichtgrijze drakendaken. De vrouwen liepen in kleurrijke klederdracht en op een markt liepen wij in een schilderij. Als ik in Dali dan één favoriete activiteit mag noemen, was het fietsen tussen de weilanden met op de achtergrond de bergen en daartussen de lichtjes van de oude stad. Magisch vond ik het.
Fietsen in China, over betonblokken door weilanden en overal om ons heen veldwerkers met punthoedjes op. Net buiten het dorp werkte een Chinese vrouw in een moestuin. Ze droeg een witte hoed en een lang schort. In haar hand had ze een stok vast waaraan een gele bouwhelm was bevestigd. Met die helm schepte ze water uit een blauwe plastic ton. Vervolgens gaf ze alle jonge plantjes een scheutje water uit de helm. Hoe zen wil je het hebben?
Lijiang
Lijiang – ook wel het mooiste stadje van China genoemd – was onze laatste bestemming op deze rootsreis en natuurlijk ook favoriet voor ‘mooiste wat we gezien hebben’. Het dorp ligt op 2400 meter hoogte in het noordwesten van Yunnan en is sinds 1997 UNESCO Werelderfgoed.
Ons hotel stond verscholen onder grote bomen aan het water van de Zhonghe River en was gebouwd van donkerbruin hout. Naast de ingang stonden twee stenen leeuwen, aan de gevel hingen twee rode lampionnen en twee rode vaandels, op de deuren zaten de bekende posters. De rand van het drakendak hing vol met bellen en gouden vissen. Ik kon niet meer in China zijn.
In alle stilte verliet ik ‘s ochtends mijn nog slapende gezin en wandelde ik over de ruwe grijze stenen door het centrum. Het water van de rivier – dat we in ons appartement hoorden stromen – kronkelde naast me door het stadje. Via bruggetjes van bielzen of van marmer, waarin bloemen en dierenkoppen waren gebeeldhouwd, stak ik over. Langs de waterkant stonden potten met bloeiende planten, her en der groeide een treurwilg. Aan de drakendaken van de houten huizen hingen gekleurde bellen, gelukshangers en vlaggetjes. Ik liep langs twee vrouwen die met hoge laarzen aan in het snelstromende water stonden. Ze droegen een schort en hadden een rieten hoed op hun hoofd. Met hun blote handen boenden ze hun laarzen schoon. Ik had al het idee dat ik rondliep in een schilderij, nu waande ik me ook terug in de tijd.
We shopten deze dagen vooral souvenirs; verse thee in een handgeschilderde verpakking, een geluksdraak en een traditioneel opschrijfboekje van de Naxi-minderheid. Ook spotten we een bergtop van het Himalayagebergte, ontbeten de mannen zéér pittige noedelsoep en drentelde de eigenaresse van het appartement net zo lang om ons heen tot duidelijk werd dat ze even aan de blonde staarten van onze meiden wilde voelen.
‘Ik wil nog wel eens naar Nederland komen,’ vertelde ze ons. ‘Ik kijk er alleen zo tegen op om alleen maar brood te eten.’ Ik lachte en begreep haar. We hadden drie prachtige weken gehad in China, met heerlijke lokaal eten. En toch: één cracker met kaas, ik zou er bijna een bord met sprinkhanen voor opgegeten hebben.
Naar huis
De motoren draaiden en de piloot bracht het vliegtuig in beweging. Weemoedig constateerde ik dat ik zin had om naar huis te gaan, maar dat we wel China verlieten. Door vette vingervegen op het vliegtuigraampje heen zag ik het vliegveld onder me kleiner worden. Het mooie en unieke China waar onze zoon is geboren.
Wen was het beste van ons allemaal in staat om zich aan te passen aan de Chinese cultuur. Hem hoorde je niet zeuren dat ze met te veel zijn, onophoudelijk Chinees tegen je blijven praten als je al drie keer hebt gezegd dat je ze niet verstaat, dat het toilet stinkt of het eten te scherp is. Wen voelde zich hier thuis, en toch ook weer niet, want hij hoort bij ons.
In het vliegtuig keken Yke en de kinderen een film. Ik staarde naar buiten en overdacht de rootsreis die we al negen jaar geleden van plan waren ooit te gaan maken. Nu zat het erop. De bezoeken aan het kindertehuis, Wens pleegouders en de finder family hadden Wen vast emotioneel geraakt, maar hij accepteerde wat was geweest.
‘Mogen we 30 augustus met zijn allen naar de film van Angry Birds?’ onderbrak Wen mijn overpeinzingen. De film waar hij naar keek had hij gepauzeerd.
‘Lijk dat je leuk?’ vroeg ik. Op de dag dat we negen jaar bij elkaar waren, gingen we zeker weer iets leuks doen.
‘En dan wil ik daarvoor nog naar The Lion King, want die is nu al uit.’
‘O,’ zei ik, en ik lachte.
Wen klikte op play en vervolgde zijn film net zoals hij doorging met zijn leven.
30 augustus 2024: wilde hij nog maar naar The Angry Birds … Dit jaar had hij met zijn zussen bedacht dat we wel naar Walibi konden, met zijn allen. ‘Ik ga wel in de boomstam,’ zei ik. Maar de wens was dat ik meeging in een achtbaan. Goliath, de snelste en langste achtbaan van de Benelux. ‘Hij gaat wel honderdzes kilometer per uur, hoor,’ vertelden ze mij. ‘De trein naar Dali gaat sneller,’ zei ik, al voelde die duizend keer comfortabeler. Maar wat was het een feest, met heel veel dankbaarheid. ♥
Meer Lentekrabbels over China lees je hier:
Weergaven: 28
Hallo, goedemorgen, via de instagram van Adoptiepedia, en per “toeval” kom ik op je blog, en heb zitten genieten!! Het andere “toeval” is dat we (manlief en ik) het plan hebben om volgend voorjaar naar China te gaan, naar Dali! Jeetje, ik vond het zo bijzonder on je verhaal te lezen…Ik krijg meteen zin om een ticket te boeken, haha… ik heb een vraagje…hadden jullie last van hoogte ziekte? ik heb gehoord dat je daar soms last van kunt krijgen, maar is dat ook in Dali en Lijiang? Met vriendelijke groeten uit Noord Holland!
Hoi Nicoline,
Wat leuk zo’n enthousiaste reactie. Dank je wel!
Wij hebben geen last gehad van hoogteziekte. Wellicht is dat voor iedereen anders, maar tot nu toe heb ik ook niemand gehoord die daar last van had in die regio. Als je een hoge berg gaat beklimmen verandert het misschien … maar dat hebben wij niet gedaan.
Heel veel plezier alvast met de voorbereidingen en natuurlijk straks in Dali! En mocht je nog wat meer in China willen zijn, wellicht is mijn boek ‘Liefs uit China’ iets voor jou, er is ook een e-book.
Groetjes,
Tirza
Hallo Tirza,
Bedankt voor je snelle reactie! Ik ben erg benieuwd, hoor…Dali zat al lange tijd in mijn hoofd, en nu er geen visa nodig is, scheelt dat natuurlijk ook, haha…Je verhaal is zo herkenbaar, we hebben zelf 2 jongens uit China, en zijn meerdere keren terug geweest…Dat was zo fijn, en net als jij, krijg je gewoon heimwee naar dat mooie land….
Hadden jullie een gids gebruikt in Kunming en Dali?
Nou je boek is al besteld, ben heel benieuwd!! Groetjes!
Hoi Nicoline,
Wat leuk om te lezen zeg! Ja, het is een heerlijk land om te zijn. ❤️ Wij hadden geen gids daar, maar ik denk dat je met een gids wel meer ziet en kunt ondernemen. Op de fiets kom je natuurlijk niet zo ver ;-). Leuk dat je mijn boek hebt besteld! Veel leesplezier en als je later nog iets wilt weten, mail me gerust.
Groet,
Tirza
Zoo mooi om even weer te lezen.
Was jij daar ook weer even. ❤️