Een stedentrip naar Alicante leek mij een uitgelezen mogelijkheid voor een inspirerende blog. Ik zou schrijven over de vergezichten vanaf het Castillo de Santa Bárbara hoog op de berg, hoe we omgeven door palmbomen flaneerden over de boulevard en neerstreken op een zonnig terras. Maar Alicante tijdens de noodtoestand was anders: afgesloten stranden, verlaten straten en dichte cafés. Zelfs een vliegticket boeken om eerder naar huis te kunnen bleek onmogelijk. En dus werden we teruggeworpen op onszelf, ons vertrouwen en wat wij samen van deze situatie konden maken.
Twijfel
We vlogen op vrijdag de 13e (maart) en ons appartement bevond zich op de 13e verdieping. Reanne, mijn nicht met wie ik deze stedentrip maakte, en ik waren ons daarvan nog niet bewust toen we donderdagavond enigszins vertwijfeld naar elkaar appten dat we nog wel konden gaan, toch? Corona had ook ons een beetje in de macht, maar de website van buitenlande zaken liet voor bijna heel Spanje nog een groen scherm zien: geen veiligheidsrisico’s. Vertrouwen won het van onze angst en het vooruitzicht op zon, zee en gezelligheid moet je ook niet onderschatten. Op Schiphol werd onze keuze bevestigd: veel mensen, op het laatste moment gatewissels en een uur vertraging. Met slechts enkele lege stoelen vertrok ons vliegtuig uiteindelijk naar Alicante. De taxirit die volgde, langs de kust met palmbomen, en ons zonnige appartement maakten ons euforisch. ‘Wat ben ik blij dat we gegaan zijn!’ riep ik. Vier uur later ontvingen we het bericht van onze gastheer dat om twaalf uur die nacht alle restaurants, cafés en musea hun deuren zouden sluiten. Spanje kleurde rood.
Niet zo’n bruisend Alicante
Verlaten straten, met lint afgesloten speeltoestellen in parkjes en opgestapelde stoelen achter dichte deuren van restaurants. Zelfs het strand was op slot. Dolend over de lege pleinen hadden we het gevoel dat er een ramp stond te gebeuren of misschien was die al aan de gang. ‘We kunnen zelf koken en een boek lezen op het balkon vind ik ook prima,’ zei Reanne en ze had gelijk. Wat hadden we nu allemaal nodig? Het enige waar het ons af en toe aan ontbrak was het vertrouwen dat onze vlucht maandag ‘gewoon’ naar huis ging. We probeerden dan een eerdere terugvlucht te boeken en investeerden daarvoor zelfs een zondagochtend op het vliegveld. Tevergeefs, want alle vluchten waren overboekt en telefonisch contact met welke instantie dan ook was door de lange wachttijden bijna onmogelijk. We moesten ons overgeven en konden nog steeds over de boulevard flaneren, alleen waren we daar met z’n tweeën en een rij witte gesloten kraampjes.
Wandelen in de oude volkswijk en op Monte Benacantil
Wat op zaterdag ook nog steeds kon (op zondag mochten we alleen nog de straat op om boodschappen te halen) was dwalen door de straatjes in de oude volkswijk Barrio de Santa Cruz. Van de gekleurde huizen met versierde balkons en tegeltjes en overal trappen vol planten in potten gingen we weer stralen. De zon scheen en we troffen een oude zongebruinde Spanjaard op zijn krukje voor huis. Ik mocht hem niet fotograferen, want zo vertelde hij over zichzelf: ‘Ik zie er niet uit.’ We liepen verder om een toegang te vinden tot het naastgelegen Parque de la Ereta om de Monte Benacantil te beklimmen, een 166 meter hoge heuvel die uitkomt bij een Moors kasteel dat vroeger de stad verdedigde. De meeste hekken rondom het park waren inmiddels gesloten, maar via een achterafstraatje kwamen we toch op het wandelpad dat ons, omgeven door bomen en struiken, naar een verlaten plateau bracht. Ik stelde me voor dat de inwoners van Alicante hier in andere tijden samenkomen om een spelletje jeux de boulles te spelen en bij te kletsen. Er was ook een grappige fontein waarin je je voeten kon afkoelen en verder de berg op stonden bankjes vanwaar we mooie doorkijkjes hadden op de stad en de oude stadsmuur. Het restaurant halverwege de berg was dicht en ook Castillo de Santa Bárbara konden we niet bezoeken, maar dit kasteel uit de negende eeuw dat vanaf een rotsformatie een oogje in het zeil hield was ook vanaf hier te fotograferen. Daarnaast werden we beloond met een prachtig uitzicht op de stad met haar gekleurde daken, de oude stierenvechtersarena, omliggende bergen en zee.
Onvergetelijk weekend
Ons weekend in Alicante voldeed in veel opzichten niet aan de verwachtingen die we vooraf hadden, maar leverde wel een aantal unieke ervaringen op. Zo stonden we samen met de inwoners van Alicante twee avonden op ons balkon te klappen. Ondertussen begonnen honden te blaffen, werden er in het Spaans bemoedigende woorden geroepen en kleurde het kasteel op de berg rood en geel. Het bezorgde me een brok in mijn keel. Daarnaast kwam een aantal wijsheden weer even helder op mijn netvlies en die deel ik graag met je.
1. Niets is vanzelfsprekend
Reanne en ik hebben afzonderlijk van elkaar veel hoeken van de wereld gezien. Als we een droom hadden en het geld, dan gingen we op reis. Dit weekend bleek een terugvlucht naar Nederland, onze gezondheid in een normaal gesproken veilig land of zitten op een bankje in de zon helemaal niet vanzelfsprekend. Daardoor ervoeren we ook dankbaarheid, voor de taxichauffeur die ons tijdens deze noodsituatie nog naar het vliegveld wilde rijden, de politie die ons weliswaar van een bankje in het park stuurde maar zich inzette voor de veiligheid van het land en de piloot die ons naar huis vloog.
2. Leef in het nu
In Alicante laveerden we continu tussen vertrouwen & angst. Genieten van de zon en een mooie wandeling of in actie om eerder thuis te komen. Door nieuwsberichten en bezorgde appjes lieten we ons een paar keer uit het hier en nu trekken. Pas toen al onze pogingen om eerder thuis te komen in schoonheid waren gestrand hadden we weer rust. Dan was er niets aan de hand en gingen we als het kon nog een keer de stad in of lazen een spannend boek op ons balkon.
3. Oost west, thuis best
Ik hou van vakanties en vind altijd dat ik te vroeg naar huis moet. Voor zover ik me kan herinneren was dit de eerste keer dat ik eerder naar huis wilde. Ik realiseerde me dat thuis bij mijn gezin de allerbeste plek was om te zijn tijdens deze coronacrisis.
4. Sterke banden roesten niet
In onze kindertijd logeerden Reanne en ik veel bij elkaar en tijdens vakanties op Ameland deden we ons voor als tweeling. In Groningen zochten we elkaar als studenten nog vaker op, wat leidde tot een mooie vriendschap. Door onze drukke levens zien we elkaar nu minder, maar dit weekend bleek maar weer: oude liefde roest niet, we waren een topteam.
Wat betreft Alicante: het heeft geen eerlijke kans gekregen, dus ooit gaan we terug. Tot slot wens ik iedereen veel gezondheid & vertrouwen toe tijdens deze bizarre tijd.
Weergaven: 206
Wauw, mooi geschreven Tirza! En die wijsheden zijn zo waar! En inderdaad: we waren (en zijn) een topteam 🙂
Dankjewel! 🙂